L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church Index du Forum L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church
Forum RP de l'Eglise Aristotelicienne du jeu en ligne RR
Forum RP for the Aristotelic Church of the RK online game
 
Lien fonctionnel : Le DogmeLien fonctionnel : Le Droit Canon
 FAQFAQ   RechercherRechercher   Liste des MembresListe des Membres   Groupes d'utilisateursGroupes d'utilisateurs   S'enregistrerS'enregistrer 
 ProfilProfil   Se connecter pour vérifier ses messages privésSe connecter pour vérifier ses messages privés   ConnexionConnexion 

L’éclipse IV: Les galeries

 
Poster un nouveau sujet   Ce sujet est verrouillé; vous ne pouvez pas éditer les messages ou faire de réponses.    L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church Index du Forum -> La Bibliothèque Romaine - The Roman Library - Die Römische Bibliothek - La Biblioteca Romana -> Archive of the Vatican Library
Voir le sujet précédent :: Voir le sujet suivant  
Auteur Message
Pouyss



Inscrit le: 10 Mai 2006
Messages: 2334

MessagePosté le: Dim Mai 28, 2006 10:29 pm    Sujet du message: L’éclipse IV: Les galeries Répondre en citant

    _____________________________________________________________

    Dogme corrigé

    => Livre des Vertus, chapitres de l'Éclipse, revu et corrigé : > ICI <

    _____________________________________________________________




16-06-1454


L’éclipse IV: Les galeries

Alors, Léviathan frappa l’herbe sanguine de son sabot, et une ouverture se fit dans le sol. J’y vis un escalier de pierre en colimaçon descendre dans l’obscurité. Prenant mon courage à deux mains, je m’y engageai, pendant que le Prince-démon retournait au combat. Je descendis prudemment les marches, car il n’y avait pas de lumière pour m’aider à savoir où j’avançais et le chemin semblait encore long. Pour m’aider, je faisais glisser ma main le long du mur, et je pouvais me rendre compte au toucher qu’il était simplement creusé dans la terre.

Je sursautai de peur lorsque mes doigts touchèrent une forme visqueuse. C’est alors que l’escalier s’emplit d’une couleur verdâtre. Je retournai mon regard vers la cause de mon sursaut et vis avec dégoût un long lombric sortir du mur. Il irradiait de cette lumière répugnante, tout comme les milliers de créatures similaires qui sortaient elles aussi de la terre. Commençant à avoir l’habitude du fonctionnement lunaire, je me demandai quel péché était puni en ces lieux. J’obtins ma réponse en bas de l’escalier en colimaçon, où se trouvait une dizaine de galeries creusées à même la terre, infestées de ces immondes bestioles verdâtres.

Des damnées bouffis, qui avaient du mal à avancer tant leur corps était rempli de graisse, attrapaient et dévoraient celles qui passaient à leur portée. Je retins ma nausée, lorsque une nouvelle galerie s’ouvrit, laissant passer la tête d’un énorme vers de terre répugnant. Celui-ci me dit: “Je suis Azazel, Prince de la Gourmandise. Galadrielle, Archange de la Conservation est mon opposée. Celui qui abuse du plaisir des besoins premiers, qui n’a pas la mesure des nécessités de sa subsistance, vient rejoindre les rangs de mes damnés.”

Puis il ajouta: “Suis-moi”. Il recula et continua à creuser sa galerie. Je le suivis sur de nombreuses lieues, suivant ses multiples changements d’orientation. Puis, le tunnel déboucha sur un grand hangar de bois. Je compris que je me trouvais au pied du pic de pierre. Azazel, qui m’attendait près de la sortie, repartit en creusant un nouveau tunnel. Je regardai autour de moi et m'aperçus que j’étais sur une sorte de butte de terre. Tout autour d’elle, un gouffre semblait ne pas avoir de fond.

Mais il devait forcément y en avoir, car de nombreux pilonnes de bois en surgissaient arrivant à ma hauteur. Des damnés étaient placés dessus. Même debout, ils devaient faire de difficiles efforts afin de se maintenir dessus et de ne pas tomber. Mais le plus étrange, c’était que chacun tenait entre ses bras des trésors incomparables en valeur et en beauté. Ils s’agrippaient à ces lourds coffres remplis d’or, à ces gros sacs pleins de pierres précieuses, comme si leur vie en dépendait.

Parfois, un mouvement un peu moins mesuré que les autres faisait tomber certaines de ces richesses. Ceux qui faisaient l’erreur d’essayer de les rattraper finissaient invariablement par tomber. Du gouffre une pâle lueur jaune témoignait des innombrables richesses qui y étaient tombées, entraînant dans leur sillage les maudits, dont aucun ne semblait vouloir laisser s’échapper le moindre écu. Certains devaient même s’accrocher depuis longtemps, car leurs jambes étaient atrophiées. Mais ils ne laissaient échapper la moindre plainte, craignant de faire tomber leur or dans le gouffre.

Alors, je vis descendre du plafond, rattachée à son fil, une gigantesque araignée toute couverte d’or, aux milliers d’yeux de diamant. Arrivée près de moi, elle me dit: “Je suis Belzébuth, Prince de l’Avarice. Georges, Archange de l’Amitié, est mon opposé. Celui dont l’égoïsme n’a d’égal que le mépris de l’autre vient rejoindre les rangs de mes damnés.” Puis, sans ajouter quoi que ce soit, le Prince-démon tissa un pont, avec sa toile, reliant mon îlot et le bord du hangar de bois.


Sypous
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé MSN Messenger
Sjnoel



Inscrit le: 17 Fév 2007
Messages: 494
Localisation: Haarlem

MessagePosté le: Mar Avr 15, 2008 10:27 pm    Sujet du message: Répondre en citant

De Galerijen

Leviathan stampte toen op het bebloede gras met zijn voet, en een krater opende zich in de grond. Ik zag een stenen trap die afdaalde in het duister. Ik verzamelde mijn moed en daalde de trap af, terwijl de Prinsdemon terugkeerde naar het gevecht. Ik daalde de trap voorzichtig af, want er was geen licht dat mij hielp om te zien waar ik naartoe ging en de weg leek lang. Om mezelf te helpen liet ik mijn hand langs de muur glijden, en ik kon door deze aanraking voelen dat de trap simpelweg en grof uitgehakt was in de grond zelf.

Ik beefde van angst toen mijn vingers een slijmerige iets raakten. De trap werd gehuld in een groene gloed. Ik keek naar de bron van mijn angst en zag vol walging dat er een gigantische aardworm in de muur rondkroop. Het straalde een gevoel van onwilligheid uit gelijk aan duizenden andere wezens die ook in de grond rondkropen. Er begon bij mij een beetje begrip te dagen van de werking van de maan, en ik vroeg mij af welke zonde op deze plaats werd bestraft. Ik vond mijn antwoord aan de bodem van de spiraalvormige trap, waar ik tien galerijen vond die waren uitgehakt in de grond, allen geplaagd door laaghartige, groene, kleine, beestjes.

De Verdoemde kwam omhoog, wiens kwaad zich had verspreid in hun lichamen zodat zij anderen vingen en verslonden die zich in hun bereik bevonden. Ik werd overvallen door een gevoel van misselijkheid, toen een nieuwe galerij zich opende, amper groot genoeg om de grootste van de enorme wormen te laten passeren. Het sprak tot mij: ‘Ik ben Azazel, Prins der Hebzucht. Galadrielle, Aartsengel van Behoud is mijn tegenhanger. Zij die misbruik maken van de genoegens van de eerste behoeften, zij die geen grenzen kennen voor de hoeveelheid die zij nodig hebben voor hun voortbestaan, kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.’

Toen voegde het toe: ‘Volg mij’. Het ging terug en groef zich een weg door de galerij. Ik volgde het voor vele mijlen, en het veranderde vaak van richting. De tunnel leidde uiteindelijk naar een grote houtopslag. Ik begreep dat het aan de voet lag van de stenen piek. Azazel, die wachtte nabij de uitgang, begon een nieuwe tunnel te graven. Ik keek rond en zag een soort heuvel. Eromheen lag een gat dat bodemloos leek.

Maar er was wel een bodem ergens daar beneden, ver daarvan kwam een veelheid aan ruwe en scherpe houten staken omhoog tot bijna het niveau waarop ik stond. De Verdoemden werden erboven geplaatst. Zelfs rechtop, moesten zij zich zwaar inspannen om niet te vallen. Maar het vreemdste was dat ze elk in hun armen een schat hielden onvergelijkbaar in waarde en schoonheid. Zij klampten de zware kistjes met goud, grote zakken met onschatbare edelstenen, vast alsof hun leven ervan afhing.

Soms, zorgde een beweging die niet helemaal goed werd uitgevoerd ervoor dat wat van de schat val. Zij die de fout maakten om te proberen hun schat te vangen vielen zonder uitzondering. A vale gele gloed vanaf het gat getuigde van de ontelbare schatten die waren gevallen, en vervloekten degenen die boven het gat stonden, van wie geen ook maar het kleinste deel van de schat wilde verliezen. Sommigen stonden er zonder twijfel al geruime tijd, aangezien hun benen hun spieren begonnen te verliezen. Maar ze dachten niet in het minst aan ontsnappen, vrezend dat dit ertoe zou leiden dat hun goud in het gat zou vallen.

Toen zag ik dat er vanaf het plafond dat er aan een draadje, een gigantische spin van goud, met diamanten ogen afdaalde. Het liet zich vlak naast met zakken, en sprak tot me: ‘Ik ben Beelzebub, Prins der Inhaligheid, Georgie, Aartsengel van Vriendschap, is mijn tegenhanger. Zij wiens zelfzuchtigheid enkel wordt overtroffen door hun minachting voor anderen, kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.’ Daarna, zonder nog iets te zeggen, weefde de Demonprins een brug, en verbond daarmee een klein eilandje met de hoek van de houtopslagplaats.

_________________
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Inorn



Inscrit le: 30 Avr 2006
Messages: 2011
Localisation: Archidiocèse de Lyon

MessagePosté le: Lun Mai 19, 2008 10:03 pm    Sujet du message: Répondre en citant

[Die Eklipse] IV. Die Gänge


Dann stampfte Leviathan auf dem Blutrasen auf, und eine Öffnung tat sich im Boden auf. Ich sah eine Steinwendeltreppe, die in die Dunkelheit hinabführte. Ich nahm all meinen Mut zusammen und ging hinunter, während der Dämonenprinz ins Kampfgetümmel zurückkehrte. Ich nahm die Stufen vorsichtig, denn es gab nirgends Licht, das mir hätte helfen können zu wissen, wohin ich mich bewegte; so kam ich voran, und der Weg erschien mir abermals lang. Um mir zu helfen, ließ ich meine Hand die Wand entlanggleiten, und ich würde behaupten, es fühlte sich an, als sei sie einfach aus dem Erdgestein gehauen worden.

Ich fuhr erschrocken zusammen, als meine Finger etwas Weiches ertasteten. In diesem Moment füllte sich der Treppengang mit grünlicher Farbe. Ich richtete meine Aufmerksamkeit zurück auf die Ursache meines Schreckens und erkannte angewidert einen langen Wurm aus der Wand kommen. Er war es, der dieses widerliche Licht aussendete, so wie es tausende von gleichen Kreaturen taten, die ebenfalls aus dem Erdreich kamen. Da ich nun langsam die Mechanismen des Mondlebens kannte, fragte ich mich, für welche Sünde hier gebüßt wurde. Ich erhielt meine Antwort am unteren Ende der Wendeltreppe, wo es dutzende in den Boden gebohrte Gänge gab, angefüllt mit diesen ekelhaften grünlichen Tierchen.

Aufgeblähte Verdammte, die vor Fettleibigkeit sich selbst kaum bewegen konnten, packten sich und fraßen jene, die bei ihnen vorbeikamen. Ich hielt meinen Brechreiz zurück, als sich ein weiterer Gang auftat und sich der Kopf eines Ungeheuers aus dem widerlichen Boden reckte. Er sprach zu mir: “Ich bin Azazel, Prinz der Völlerei. Galadriel, Erzengel der Selbstbewahrung, ist mein Gegenspieler. Wer das Vergnügen an den Grundbedürfnissen übertreibt, wer beim Lebensnotwendigen kein Maß kennt, der wird sich in den Reihen meiner Verdammten wiederfinden.”

Dann sagte er: “Folge mir.” Er zog sich zurück und fuhr fort, seinen Gang zu bohren. Ich folgte ihm zu verschiedensten Orten mit vielfachem Richtungswechsel. Schließlich mündete der Gang in eine große Halle aus Holz. Ich begriff, daß ich nun am Fuße des großen Berges war. Azazel wartete auf mich nahe des Ausgangs, dann verschwand er in einem weiteren Gang, den er sich bohrte. Ich sah mich um und erkannte, daß ich auf einer Art Anhöhe stand. Rundherum tat sich ein bodenloser Abgrund auf.

Doch einen Boden mußte es zwangsläufig geben, denn eine Vielzahl von Holzpfählen ragten von dort bis auf meine Höhe empor. Verdammte waren auf ihnen plaziert. Obgleich aufrecht stehend, mußten sie doch starke Anstrengungen unternehmen, sich obenzuhalten und nicht in die Tiefe zu fallen. Das seltsamste war, daß jeder von ihnen unermeßliche und unvergleichlich schöne Reichtümer unter seinen Armen trug. Sie klammerten sich an schwere Tresore voller Gold und prall gefüllte Säcke voll von Edelsteinen, als hinge ihr Leben davon ab.

Manchmal fielen einige dieser Reichtümer bei einer unbedachten Bewegung hinunter. Wer den Fehler machte zu versuchen, sie aufzufangen, der fiel ihnen hinterher. Aus dem Abgrund zeugte ein blasser gelber Schein von unzähligen Schätzen, die hinuntergefallen waren und die Gottverdammten hinterhergezogen hatten, von denen keiner auch nur einen einzigen Taler entkommen lassen wollte. Einige waren schon seit langem dabei: ihre Beine waren verkümmert. Dennoch beschwerten sie sich nicht im geringsten, fürchteten sie doch, ihr Gold könne in den Abgrund fallen.

Schließlich sah ich eine gigantische goldüberzogene Spinne mit tausenden von Diamantenaugen sich von der Decke abseilen. Nah an mich herangekommen sagte sie mir: “Ich bin Belzebub, Prinz des Geizes. Georg, Erzengel der Freundschaft, ist mein Gegenspieler. Wer neben Egoismus nichts weiter kennt als die Geringschätzung des Nächsten, der wird sich in den Reihen meiner Verdammten wiederfinden.” Ohne noch etwas hinzuzufügen, wob der Dämonenprinz eine Brücke; deren Gewebe verband meine Insel mit dem gegenüberliegenden Hang des Abgrunds in der Halle aus Holz.


Übersetzt von Zaltvyksle.
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Montrer les messages depuis:   
Poster un nouveau sujet   Ce sujet est verrouillé; vous ne pouvez pas éditer les messages ou faire de réponses.    L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church Index du Forum -> La Bibliothèque Romaine - The Roman Library - Die Römische Bibliothek - La Biblioteca Romana -> Archive of the Vatican Library Toutes les heures sont au format GMT + 2 Heures
Page 1 sur 1

 
Sauter vers:  
Vous ne pouvez pas poster de nouveaux sujets dans ce forum
Vous ne pouvez pas répondre aux sujets dans ce forum
Vous ne pouvez pas éditer vos messages dans ce forum
Vous ne pouvez pas supprimer vos messages dans ce forum
Vous ne pouvez pas voter dans les sondages de ce forum


Powered by phpBB © 2001, 2005 phpBB Group
Traduction par : phpBB-fr.com