L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church Index du Forum L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church
Forum RP de l'Eglise Aristotelicienne du jeu en ligne RR
Forum RP for the Aristotelic Church of the RK online game
 
Lien fonctionnel : Le DogmeLien fonctionnel : Le Droit Canon
 FAQFAQ   RechercherRechercher   Liste des MembresListe des Membres   Groupes d'utilisateursGroupes d'utilisateurs   S'enregistrerS'enregistrer 
 ProfilProfil   Se connecter pour vérifier ses messages privésSe connecter pour vérifier ses messages privés   ConnexionConnexion 

[NL] Boek der deugden - Voorgeschiedenis

 
Poster un nouveau sujet   Ce sujet est verrouillé; vous ne pouvez pas éditer les messages ou faire de réponses.    L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church Index du Forum -> La Bibliothèque Romaine - The Roman Library - Die Römische Bibliothek - La Biblioteca Romana -> Le Dogme - The Dogma
Voir le sujet précédent :: Voir le sujet suivant  
Auteur Message
Sainte Wilgeforte



Inscrit le: 17 Juil 2009
Messages: 6071

MessagePosté le: Jeu Fév 25, 2010 10:56 pm    Sujet du message: [NL] Boek der deugden - Voorgeschiedenis Répondre en citant



    Het boek der deugden
    Hoofdstukken van de Voorgeschiedenis




    • Hoofdstuk I - Oanylonië

    • Hoofdstuk II - Het Werk

    • Hoofdstuk III - De Apathie

    • Hoofdstuk IV - De Zonde

    • Hoofdstuk V - [url=][/url]

    • Hoofdstuk VI - [url=][/url]

    • Hoofdstuk VII - [url=][/url]

    • Hoofdstuk VIII - [url=][/url]




_________________


Dernière édition par Sainte Wilgeforte le Jeu Fév 25, 2010 11:02 pm; édité 1 fois
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Sainte Wilgeforte



Inscrit le: 17 Juil 2009
Messages: 6071

MessagePosté le: Jeu Fév 25, 2010 10:57 pm    Sujet du message: Répondre en citant

Citation:




    Boek van de Voorgeschiedenis
    Hoofdstuk I - « Oanylonië »


    1 De mensen waren voortaan de kinderen van God. Dat had voor gevolg dat zij nu van een ziel waren voorzien, dat zij aan het eind der tijden, in functie van hun deugdelijke daden zouden beoordeeld worden. Bovendien werden zij nu gewijd om te werken om hun levensonderhoud te waarborgen. De andere schepselen afkomstig uit de Schepping, uitgezonderd die door de Zeer-Hoog niet benoemd waren, stonden onder hen. De mensen konden ze aldus voeden en aansterken om zich ermee te voeden.

    2 God werkte niet meer aan de wereld, Zijn kinderen liet Hij leven en groeien. Hij had aan het schepsel, dat Hij niet genoemd had, de vrijheid gegeven om ze te verleiden zodat zij moeten kiezen tussen de weg van de deugd en die van de zonde. Zijnde Alleswetend, wist Hij reeds hoe hun toekomst zou zijn, maar Hij hen was om die te ontdekken en zich zelf te bewijzen tegenover de anderen en tegenover Hem, zonder ze van te voren te oordelen.

    3 Oanyus, die juist aan God had geantwoord, was nu van het statuut van eenvoudig van geest van de gemeenschap naar gids van deze laatste gepromoveerd. Hij nam dan ook deze taak volledig op zich. Hij leidde ze door de wereld om een gunstige plaats voor hun ontplooiing bevinden. Gedurende vele jaren staken zij woestijnen door, bergen en vlaktes van de gehele wereld. Oanyus verzwakte heel ernstig naderhand de lengte van deze reis groter werd, maar hij gaf nooit op.

    4 Tenslotte kwam de dag waar zij een gunstig dal voor hun verdere bestaan vonden. Er bevond zich een meer, dat overstromend van vis leek. Uitgebreide ruimtes waren gunstig aan de veeteelt en de cultuur. De nabijgelegen bossen zouden hout leveren. Er was zelfs een boomgaard, waar talrijke vruchtbomen groeiden. Het dal bevond zich aan de voet van een berg, van waar delfstoffen, zoals goud, ijzer of steenkool, geëxploiteerd konden worden.

    5 Oanyus was verrukt dat zijn missie en doel tenslotte ten einde heeft kunnen lopen. Hij bewonderde de vlaktes tot hij opeens instortte en zo op de grond viel. Iedereen kwam als een kudde om hem heen staan om hem tot hulp te komen. Enkelen probeerden om hem in een zittende positie te houden, maar het was duidelijk voor iedereen die hij zijn laatste momenten beleefde. Maar, ondanks het tragische van de gebeurtenis, ondanks dat iedereen de schrik van hun leven hadden, had Oanyus een volle glimlach van kalmte.

    6 Hij zei: "Wees niet gevreesd, want mijn dood is slechts een overgang om naar God te keren. Ik heb de plaats bereikt die God me in deze wereld gereserveerd heeft en heb vervuld wat hij van mij verwachtte. De dood is niet voor mij het verlies van het leven maar de overgang naar een ander, zeer beter bestaan. Hetzelfde zal voor u gelden als u in de deugd kunt leven. zorg, dat uw tranen niet van bedroefdheid maar van vreugde zijn, want de Zeer-Hoge schenkt me het mooiste cadeau. Houdt van Hem en Hij zal van u houden. Aanbidt Hem en Hij zal u zegenen. Leeft in de deugd en Hij zal u aan Zijn zijde verwelkomen."

    7 Toen gaf hij zijn laatste adem. En ieder keek elkaar aan, niet begrijpend deze kalmte die nog op het gezicht van hun gids af te lezen was. Zij begroeven zijn lichaam te midden van het dal, daar waar zij voortaan zouden leven. Zij deden de eed dat, elke week, zij rond zijn graf zouden bijeenkomen, opdat hij ze vergezelt en ze begeleidt wanneer zij aan God hulde zouden brengen.

    8 Maar geen enkele omvatte dat de liefde die Oanyus voor God had, hem de dood met een zoveel kalmte aanvaardt had. Maar niemand wilde hem het mindere verwijt doen, hij die zoveel voor hen had gedaan. Ter ere aan zijn leven ten dienste van de mens en God, besloten zij om de stad te vernoemen naar die zij had begeleidt: Oanylonië, "de stad van Oanyus".


    Spyosu



_________________
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Sainte Wilgeforte



Inscrit le: 17 Juil 2009
Messages: 6071

MessagePosté le: Jeu Fév 25, 2010 10:58 pm    Sujet du message: Répondre en citant

Citation:




    Boek van de Voorgeschiedenis
    Hoofdstuk II - « Het Werk »



    1 Terwijl ze hun werk deden, werden de mannen en de vrouwen steeds talrijker, ze behielden hun liefde voor God en hielden het Wezen zonder Naam in de schaduw. Deze voedde elke dag een beetje zijn bitterheid en woede tegen het volk dat zo door God werd geliefd en die zijn plek had ingenomen als heerser van de Schepping. De mannen en vrouwen leefden zonder zorgen terwijl in de schaduw, hun vijand zijn wraak aan het voorbereiden was.

    2 God had de mannen en vrouwen opgedragen te werken om hun overleving veilig te stellen. Dit harde werk weerhield hen van apathie. En de mannen en vrouwen konden inventief zijn, omdat God hen zo had geschapen. Zij verzamelde wat Hij voor hem aan de natuur had geschonken. Zij leerden de bronnen te organiseren en controleren om in hun onderhoud te voorzien en hun leven te verbeteren.

    3 Ze namen het graan dat in de natuur groeide en cultiveerde het voor hun velden. De molenaar vermaalde het graan in zijn molen tot meel. De bakker bakte dit in zijn oven tot brood. Ze namen de maïs dat in de natuur groeide en cultiveerde dat ook voor hun velden. Ze namen de groenten uit de natuur en cultiveerden die in hun moestuinen. Ze verzamelde de vruchten uit de bomen en struiken en voedden zich met deze. De vreugde die hen door de groenten en vruchten ten deel viel, maakte hen plezierige in de omgang.

    4 In de zeeën, rivieren en meren, vingen ze vissen waardoor hun intelligentie werd verhoogd. Ze vonden een boot uit waardoor hun visvangst werd verbeterd. Soms werd er in de ochtend iemand wakker onder een boot. Ze dankten God voor dit geschenk aan hen. Ze hielden koeien, varkens en schapen in hun weiden, en verzorgden deze wezens die door God aan hen waren toevertrouwd. Ze voedde ze en ze werden vetter en vetter.

    5 De slager prepareerde het vlees uit de karkassen van deze beesten. Daartoe maakten ze een mes, waarmee ze het vlees in stukken konden snijden. Ze voedde zich met het vlees en ze voelden zich sterker worden nadat ze het gegeten hadden. Van de koeien kregen ze ook melk, een heerlijke zachte nectar zonder gelijke.

    6 Ze schoren de schapen en maakten er wol van. Van de huiden maakten ze leer. Van de wol en het leer maakten ze kleding die hen beschermde tegen de wind en hen een decent uiterlijk gaf. Omdat de natuur hen alles gaf wat ze zich konden wensen, moesten ze vaten maken, zodat ze alle vruchten van hun werk konden bewaren.

    7 Om zichzelf te beschermen als de hemel openbarstte, bouwden ze voor zichzelf huizen om in te wonen. Deze richtte ze in met bedden, tafels, stoelen, kaarsen……en alles wat het comfort van hun leven kon verhogen. Daarvoor delfden de mijnwerkers steen en ijzer uit de mijnen en de houthakkers hakten bomen om. Om hun werk te vergemakkelijken smolt de smid het ijzer en bewerkte het hout om werktuigen voor hen te smeden, zoals bijlen en messen.

    8 Soms droeg God extra bij aan al deze vreugde, door diegene die gelukkig waren met deze wereld voedsel te schenken dat ze niet hoefden te produceren. Soms moedigde Hij hen ook aan door ze meer charismatisch, sterker of intelligent te maken. En elke Zondag, voor de maaltijd, ontmoette ze elkaar in het midden van hun stad, rondom de tombe van Oane, om samen te bidden tot Hem die zo van hen hield. Ze hadden inderdaad nog geen priesters, omdat ze die nog niet nodig hadden, want zij stonden in direct contact met God.

    Spyosu



_________________
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Sainte Wilgeforte



Inscrit le: 17 Juil 2009
Messages: 6071

MessagePosté le: Jeu Fév 25, 2010 10:59 pm    Sujet du message: Répondre en citant

Citation:




    Boek van de Voorgeschiedenis
    Hoofdstuk III - « De Apathie »


    1 De samenleving van mannen en vrouwen werd steeds mooier en verfijnder.

    2 En, ze leerden hoe ze wijn uit druiven moesten maken, na lange jaren van proberen om de subtiliteit en verfijndheid van deze drank te leren kennen. Ook leerden ze om bier te maken uit gerst en hop. hiervoor maakten ketels van enorme afmetingen. Ze moesten leren om samen te werken ten einde de beoogde resultaten te behalen. Maar ze twijfelde er niet aan dat de inspanning allemaal de moeite waard was.

    3 Bovendien werden kunst en wetenschap ontwikkeld om hen nog dichter bij God te laten zijn. Ze leerden om muziek te componeren waardoor de liederen onbeschrijfelijk mooi werden en de instrumenten die ze begeleiden nog beter gemaakt werden. Ze ontdekten planten om hun wonden te helen en ziekten te genezen, zodat hun gezondheid hen in staat stelde God nog langer de dienen en te eren. Ze vonden het schrift uit, zodat ze alle kennis konden bewaren voor de volgende generaties.

    4 God was tevreden. Zijn kinderen hadden zichzelf gesetteld op de plek die Hij hen gegeven had. Maar hij wist dat na deze mooie lente de bloemen van de Deugd zouden verwelken, omdat het Wezen Zonder Naam zich nog steeds wentelde in zijn haat en woede. Liggend in de duisternis, wachtte het op het juiste moment om aan de Meest Hoge te bewijzen dat het antwoord dat Oane Hem had gegeven, niet het beste was. Het hield vast in zijn fout, ontkende de kracht van de liefde en bleef volharden in de dominantie van de sterke over de zwakken, als het doel van het leven.

    5 Maar alle uitvindingen die de mensen hadden gedaan maakte dat hun werk steeds minder zwaar werd. Ze hadden steeds minder wek te doen en steeds meer vruchten om te verzamelen. Waar ze voordien een maand nodig hadden om graan te verbouwen en te oogsten, hadden ze nu voor de zelfde hoeveelheid maar een derde van de tijd nodig. Waar ze voorheen slecht één vis in de twee dagen konden vangen, was dat er nu één per dag, en soms zelfs twee. Waar ze voorheen elke dag moesten werken om groenten te verbouwen, hoefden ze nu alleen nog maar te oogsten.

    6 De hoofdwetenschap bestond nog niet, want Theologie was nog onbekend bij de mensen. Omdat er geen priesters waren, was er nog niemand die zichzelf helemaal aan God kon wijden. Omdat er nog geen Heilige Tekst was, was er ook niets om te studeren. Het menselijk geloof was nog primitief, in de zin dat er nog geen intermediair was tussen mens en God. Maar deze blijkbare puurheid van hun liefde voor God was precies datgene wat hen naar hun verlies zou leiden..

    7 De mensen werden vergiftigd door de vriendelijkheid van hun leven. Ze vonden het allemaal zo gemakkelijk en vriendelijk dat ze het verlangen om hun leven aan werk te wijden niet meer begrepen. Elk plezier gaf hen de gelegenheid om hun werk te verwaarlozen. Ze hielden van de wereld, maar vanwege de wereld zelf, niet omdat God het hen gegeven had, vanwege hun liefde voor Hem. Zo werden ze beetje bij beetje weggeleid van hun liefde voor God.

    8 Zo ontdekten de mensen onvrijwillig de eerste zonde. Deze kreeg later de naam apathie. Deze zonde bestaat uit het afgeleid worden van de goddelijke liefde, zichzelf over geven aan het materiele leven door het spirituele leven te ontkennen, bezig te zijn met het heden zonder rekening te houden met wat God voor ons in gedachte had. Deze ene zonde zou de andere zonden tot gevolg hebben, en zo de mensen naar hun verlies leiden. Het bereikte zijn hoogtepunt toen de Zondag niet meer werd gebruikt voor gebed, maar voor ijdele zaken.

    Spyosu



_________________
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Sainte Wilgeforte



Inscrit le: 17 Juil 2009
Messages: 6071

MessagePosté le: Jeu Fév 25, 2010 10:59 pm    Sujet du message: Répondre en citant

Citation:




    Boek van de Voorgeschiedenis
    Hoofdstuk IV - « De Zonde »



    1 De mensen hadden apathie ontdekt. Ze hadden de liefde van God geschonden. Ze behaagden de materiele zaken die Hij voor hen had gemaakt, boven God zelf. Ze hadden veel plezier met een deel van het goddelijke, terwijl ze vergaten dat ze het geheel moesten liefhebben. Oane was er niet meer om hen te leiden, degene die de enige was die echt begreep wat de liefde van de Meest Hoge betekende. Nu, zonder hun gids, konden de mensen niet langer het onderscheid maken tussen de deugd en de zonde.

    2 Sommigen gingen meer eten dan vanwege hun honger strikt noodzakelijk was, en haalden daar veel plezier uit dat steeds groter werd. De zoete smaak van fruit, de sappige aroma’s van het vlees en de bedwelmende alcohol kwamen in de plaats van de simpele geneuten des levens. Er was geen plek meer in hun leven voor de zachte geuren van bloemen, of de schoonheid van het landschap. Ze kwamen zelfs tot een punt dat de vele vruchten van hun werk niet meer genoeg waren om hun behoeftes te vervullen.

    3 Op dit moment werden de banden tussen de mannen en vrouwen verbroken door hebzucht. Iedereen hield de vruchten van zijn werk voor zichzelf en weigerde het te delen met anderen. De sterken produceerden meer, aten meer, dronken meer, en werden steeds sterker. De zwakkeren produceerden minder, aten minder, dronken minder, en werden zwakker. De gemeenschap van mannen en vrouwen viel uiteen zich vanwege hun ongecontroleerde verlangen naar materiele zaken die hen in verval leidde.

    4 Toen ontwikkelde de man en vrouw trots. De sterken begonnen de zwakken te verachten, iets waar ze maar geen genoeg van konden krijgen. Net zoals het Wezen Zonder Naam, dachten zij nu ook dat de sterken de zwakken behoorden te domineren. Het Wezen Zonder naam zag aldus dat zijn uur van wraak was aangebroken. Het bewoog in de duisternis en benaderde degene die veracht werden. Het vroeg hen: “waarom laten jullie je zo behandelen door die anderen, waarom handelen jullie niet om de rollen om te draaien?”

    5 Et En de zwakken begonnen de sterken te benijden. De sterken, die tevreden waren met de situatie, zagen niet dat de zwakken zich afvroegen waarom zij minder bedeeld waren dan de sterken. Het Wezen Zonder Naam was vervuld van vreugde, want het voelde dat zijn uur van de overwinning nabij was. het mompelde in de oren van de zwakken en wakkerde hun verlangen aan. Woede brandde in de harten van de zwakken, die zich van binnen verzette tegen deze onrechtvaardigheid. Het vroeg hen waarom ze dit gevoel in hun geest hielden en niet naar buiten toe uitdrukten?

    6 Toen vielen de mannen en vrouwen hun broeders en zusters aan. Ze namen messen en bijlen in hun hand, en de een sloeg de ander in een storm van geweld en vernietiging. Ze hadden zojuist oorleg ontdekt, dat zijn hoogtepunt bereikte toen de een begon met het platbranden van het huis en de velden van de ander. Het Wezen Zonder Naam kwam weer bij degene die naar het geluisterd had en zei dat geweld en haat hen vanaf nu in staat zou stellen om over hun buren te heersen.

    7 De man nam de vrouw en de vrouw nam de man. De sterken misbruikten de zwakken en de zwakken leden onder de sterken. Allen smolten samen in een bestiale orgie van indecente aanvallen en geweld. Hun verstrengelde lichamen reflecteerden de vlammen van de brandende huizen. Voedsel werd verorberd en drank naar binnen gegoten. Het gefluister moedigde het indecente gedrag aan. Een waarlijke orgie van ondeugd vond plaats. En er was geen aandacht meer voor de liefde van God.

    Spyosu



_________________
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Montrer les messages depuis:   
Poster un nouveau sujet   Ce sujet est verrouillé; vous ne pouvez pas éditer les messages ou faire de réponses.    L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church Index du Forum -> La Bibliothèque Romaine - The Roman Library - Die Römische Bibliothek - La Biblioteca Romana -> Le Dogme - The Dogma Toutes les heures sont au format GMT + 2 Heures
Page 1 sur 1

 
Sauter vers:  
Vous ne pouvez pas poster de nouveaux sujets dans ce forum
Vous ne pouvez pas répondre aux sujets dans ce forum
Vous ne pouvez pas éditer vos messages dans ce forum
Vous ne pouvez pas supprimer vos messages dans ce forum
Vous ne pouvez pas voter dans les sondages de ce forum


Powered by phpBB © 2001, 2005 phpBB Group
Traduction par : phpBB-fr.com