L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church Index du Forum L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church
Forum RP de l'Eglise Aristotelicienne du jeu en ligne RR
Forum RP for the Aristotelic Church of the RK online game
 
Lien fonctionnel : Le DogmeLien fonctionnel : Le Droit Canon
 FAQFAQ   RechercherRechercher   Liste des MembresListe des Membres   Groupes d'utilisateursGroupes d'utilisateurs   S'enregistrerS'enregistrer 
 ProfilProfil   Se connecter pour vérifier ses messages privésSe connecter pour vérifier ses messages privés   ConnexionConnexion 

[NL] Boek der deugden - Eclipse

 
Poster un nouveau sujet   Ce sujet est verrouillé; vous ne pouvez pas éditer les messages ou faire de réponses.    L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church Index du Forum -> La Bibliothèque Romaine - The Roman Library - Die Römische Bibliothek - La Biblioteca Romana -> Le Dogme - The Dogma
Voir le sujet précédent :: Voir le sujet suivant  
Auteur Message
Sainte Wilgeforte



Inscrit le: 17 Juil 2009
Messages: 6071

MessagePosté le: Mar Mar 09, 2010 6:07 pm    Sujet du message: [NL] Boek der deugden - Eclipse Répondre en citant



    Het boek der deugden
    Hoofdstukken van de Eclipse




    • Hoofdstuk I - De Maan

    • Hoofdstuk II - De Mist

    • Hoofdstuk III - De Velden

    • Hoofdstuk IV - De Galerijen

    • Chapitre V - [url=]Le pic[/url]

    • Chapitre VI - [url=]Le soleil[/url]

    • Chapitre VII - [url=]Le paradis[/url]

    • Chapitre VIII - [url=]La résurrection[/url]




_________________


Dernière édition par Sainte Wilgeforte le Mar Mar 09, 2010 6:08 pm; édité 1 fois
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Sainte Wilgeforte



Inscrit le: 17 Juil 2009
Messages: 6071

MessagePosté le: Mar Mar 09, 2010 6:07 pm    Sujet du message: Répondre en citant

Citation:




    Boek van de eclipse
    Hoofdstuk I - « De Maan »


    1 De geschiedenis die ik je zal vertellen kan heel verbazend lijken, maar, wanneer je het leest, zul je weten dat er veel waarheid in schuilt.

    2 Op een dag, toen het mooi weer was, liep ik met mijn hond langs smalle paden tussen de velden. Ik had net gegeven en zocht voor mijzelf een klein, aangenaam plekje waar ik een dutje kon doen. Op deze meimiddag, was de hemel helderblauw en er was geen wolkje te bekennen. De vogels zongen en mijn hond rende door het graan, jagend op kleine dieren die veel sneller waren dan hij. Hij blafte machtig en blij, ook al had hij bij voorbaat de wedstrijd verloren.

    3 Het leek een schitterende dag, maar de aanwezigheid van de maan in de hemel op klaarlichte dag baarde me zorgen. Terwijl de zon de plaats was die was bestemd voor de deugdzamen na hun oordeel, was de maan de toekomstige plaats van kwellingen voor de zondenaren. Het eerste werd het Paradijs genoemd, terwijl het tweede bekend stond als de Hel. Het samenbrengen van deze twee heldere sterren op klaarlichte dag kon enkel de voorbode zijn van grote onheil.

    4 Ik boog mijzelf om een kleine bloem in de weiden te bewonderen, maar de plotselinge duisternis was zodanig dat ik het niet kon zien. De duisternis, vroeg ik mezelf af? Hoe kon er duisternis zijn op zo’n prachtige dag terwijl de zon hoog aan de hemel stond? Ik sloeg mijn ogen op naar de hemel en werd gegrepen door een verschrikking: de maan maskeerde de zon nu, hinderde het heilige licht, de bron van leven, om de wereld te bereiken. Slechts een kleine halo met de kleur van vuur, die de ster van de nacht omringde, getuigde van de aanwezigheid van de ster van de dag.

    5 Mijn stopte met blaffen. Ik vertelde mezelf, daarbij pogend om mezelf gerust te stellen, dat het slechts een van die regelmatige kosmische gebeurtenissen die de ouden hadden bijgehouden, en dat het snel voorbij zou zijn. Maar ik was niet overtuigd. De halo van vuur gaf deze eclips een onheilspellende atmosfeer. Maar zelfs dit verdween toen de maan zijn verovering van de zon voltooide. Het hulde de hele hemel in een inktzwarte duisternis. Zelfs de sterren gaven zich over aan deze vreemde eclips. Op dit punt in de tijd besloot de maan om de regels der fysica te breken.

    6 In het centrum van deze schrijf van duister, dreven gekleurde puntjes, als vogels die door de lucht vlogen. Ze leken met elkaar te strijden, de een die zich met de ander vermengde en dan abrupt zich scheidden. Mauve wierp zich op blauw, wat wegduikt richting turkoois, het groene vluchtte naar het rood, wat zelf het geel aanviel. Toen hielden de kleuren op met hun dans. Ik kon de drang om naar de maan erboven te kijken niet weerstaan, daar zag ik dat de kleuren zich verdeelden over de oppervlakte van de ster van de nacht, eindelijk gegroepeerd in een coherent geheel.

    7 Zo bleef het gedurende een eeuwigheid, terwijl mijn hond huilde en zichzelf verstopte in het graanveld. Toen, vlogen de gekleurde stippen weg van de maan, zoals een bol afgevuurd door een kruisboog. Je zou zeggen dat zes kleurenregens door de lucht schoten als lange gekleurde vingers. De kleuren kwamen samen in een ware regenboog die eindigde bij mijn voeten. Ik zag voor mij een brug van kleuren, die een boog vormden over de afstand die me scheidde van de maan.

    8 Ik keek ernaar en zag toen dat de brug van kleuren naar beneden kwam in een ware zee van wit licht. Ik keek toen naar mijn eigen voeten en zag dat met hetzelfde zachte witte melkachtige licht waren besprenkeld. De zes kleurenregens, gekoppeld over de gehele lengte van de brug, kwamen op het eind samen in de zelfde witheid.

    9 Hoewel ik in de greep verkeerde van een onbegrijpelijk angst, besloot ik op de maanregenboog te stappen.


    Sypous



_________________
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Sainte Wilgeforte



Inscrit le: 17 Juil 2009
Messages: 6071

MessagePosté le: Mar Mar 09, 2010 6:07 pm    Sujet du message: Répondre en citant

Citation:




    Boek van de eclipse
    Hoofdstuk II - « De Mist »


    1 Ik liep dus over een gestreepte brug van zes kleuren met als bestemming de maan, onder een lege hemel met een inktzwarte duisternis zonder een enkele ster. De reis leek een eeuwigheid te duren. Maar, toen ik begon te wanhopen over de afstand die ik nog moest overbruggen, verloor ik mijn balans. Inderdaad, de klerenregens die de brug vormden die ik was overgestoken vermengden zich tot een enkel wit licht. De brug, zoals water, viel op de oppervlakte van de maan in een melkachtige cascade. Ik viel zielig op de grond en stond weer op, zeer getergd, en klopte het stof van mijn kleren.

    2 Ik zag een fleste mist overal om me heen hangen. Het weer was heet en klam binnen de dichte en onadembare lucht. Ik probeerde vooruit te komen, maar mijn bewegen waren langzaam en onhandig, aangezien de mist vastgeklampt leek te zitten aan mijn lichaam. Mijn voeten zakten diep weg in de zachte en kleverige grond. Ik wenste dat de wind zou waaien om deze romige mist te verspreiden die me omhulde. Maar deze plaats gaf me de indruk sinds het begin der tijd nog geen briesje te hebben meegemaakt. Ik geloofde dat ik was opgesloten in een tombe.

    3 Op dit punt, een gleed een lange tong langs mijn borst. Ik was verlamd door deze verschrikking, en verstijfde totaal. Ik keek om me heen, en eindelijk was ik in staat om vormen te onderscheiden. Zij waren ontelbaar en deden nog maar weinig denken aan menselijke wezens. Een van hen, van een gigantische grootte, kwam dichtbij mij, en ik kan niet in detail beschrijven hoe lelijk het was. Geheel naakt, deze demon had een naakte huid, zweette, en tussen zijn gebogen benen zag ik de tekenen van zijn mannelijkheid die werden tentoongespreid zonder enig fatsoen. Ik zag ook dat zijn borst vrouwelijke attributen droeg. Ik hoopte een menselijk gezicht te ontdekken, maar in zijn plaats was een mond gelijk aan die van een slang, met een lange tong die zich uitstrekte tot mijn linkerkant.

    4 Het monster sprak tot mij: ‘Ik ben Asmodeus, Prins van Lust. Rapheal, Aartsengel van Overtuiging, is mijn tegenhanger. Zij die er plezier in scheppen om de zaken van het vlees te misbruiken en in de meest totale leegheid kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.’ Ik wist niet wat te zeggen tegen zo’n vreselijk schepsel, maar het verwachtte geen respons en verliet mij. Op dit punt zag ik lange gang in de dichte mist. Ik begon direct in die richting te bewegen hopend te ontsnappen van de lustvolle dieren. De grond was steeds minder zompig en werd steeds zandiger. De fletse witte kleur verdween beetje bij beetje, en maakte plaats voor de een donkere turkooizen gloed.

    5 Na het einde van onbepaalde tijd, bereikte ik een gigantische grot. Titanische pilaren ondersteunden het gewelf wat ik moeiteloos onderscheidde, door zijn enorme grote. Een meer van Homerische dimensies vulde iedere denkbare ruimte. Zijn vloeistof, waarin geen rimpeling was te bekennen, straalde een diepe turkooizen gloed uit, die alle omliggende rotsen kleurde. Geen leven leek op deze plaatsen aanwezig te zijn. Ik was niet langer verbaasd, toen tussen de rotsen die zich hadden opgestapeld rond de oever, obscure vormen begonnen op te staan. Hun bewegingen waren traag, onhandig en niet erg doelgericht.

    6 Ze leken een bovenmenselijke moeite te moeten doen om enige beweging te kunnen uitvoeren. Ik hoorde ze allen klagen over hun decadente en amorfe staat. Ik zag nu op dit moment een turkooizen liquide vorm herijzen vanuit de oppervlakte van het meer. Een enorm wezen met schubben en de lange staart van een hagedis kwam te voorschijn uit de vloeistof. Naast de titanische kaak, fixeerden twee kleine emeralden ogen zich op mij. Het sprak tot me: ‘Ik ben Belial, Prins der Trots. Uriel, Aartsengel van de Vrijgevigheid is mijn tegenhanger. Zij die geloven dat ze buiten de gemeenschap kunnen leven, of die de status van het heilige kunnen bereiken, kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.’


    Sypous



_________________
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Sainte Wilgeforte



Inscrit le: 17 Juil 2009
Messages: 6071

MessagePosté le: Mar Mar 09, 2010 6:07 pm    Sujet du message: Répondre en citant

Citation:




    Boek van de eclipse
    Hoofdstuk III - « De Velden »


    1 Belial draaide zich om en dook weer onder in de turkooizen wateren, die weer teruggekeerden naar een zorgwekkend gladde oppervlakte. Ik zag toen een kleine boot op de over. Hoe kon het dat ik dit niet eerder had gezien? Ik nam de boot, toen ik zag dat geen van de amorfe wezens hiertegen protesteerde. Ik roeide urenlang, de gigantische stenen pilaren volgden elkaar op. Ik kwam steeds sneller vooruit. Maar de die dit me bracht veranderde snel in afgrijzen toen me realiseerde dat dit enkel kwam omdat ik vast zat in een draaikolk. Ik was niet in staat hieruit te ontsnappen en viel toen door de draaikolk.

    2 Toen ik wakker werd, mijn lichaam was bont en blauw, keek ik me heen in een donkere hoek. De grond was bedekt met een zachte hete stof, wiens mauve kleur zeer veel leek op de amethisten muren. Ik besloot om dit vreemde pad te volgen. Langs mijn weg, zag ik gigantische hopen goud, zilver en juwelen langs de muren. Een verleidelijke geur van heerlijk vlees vulde de gang. Mannen en vrouwen met prachtige lichamen paradeerden voor mij. Maar ik zag vooral de vele andere waardeloze mensen, die met hun ogen deze formidabele luxes verslonden.

    3 Ik vroeg mij af waarom zij niet namen wat hen werd aangeboden, maar snel begon ik dit te begrijpen. Een van de verdoemden nam een gouden munt, maar snel, met een kreet van pijn, liet hij deze weer vallen. De vervloekte zielen waren veroordeelt om luxe te aanschouwen zonder ooit in staat te zijn er gebruik van te maken. Op dit punt hoorde ik het geluid van vleugels en ik zag dat zich een enorm creatuur voor mij opstelde met de grote vleugels van een vleermuis en een huid met de kleur van amethist. Het sprak tot me: ‘Ik ben Satan, Prins van Verlangens. Michael, Aartsengel van Rechtvaardigheid, is mijn tegenhanger. Zij die wensen te profiteren van geschenken die op goede gronden aan anderen zijn gegeven, of zij die afgunstig zijn op de goederen of het geluk van hun buren kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.’

    4 Dan, zonder nog iets te zeggen, verdween Satan. Ik begon aan mijn weg naar het einde van de gang, die ik eindelijk vond. De uitgang was een smalle opening bedekt met een zwarte steenlaag, waarin schedels waren uitgesneden. Ik aarzelde om binnen te gaan, maar herinnerde mij wat er achter mij lag en wilde daar zeker niet naar terugkeren. Ik ging dus door deze doorgang en stond oog in oog met een vlakte die zich uitstrekte tot in de oneindigheid. Aan de zijkanten, zag ik grote rode bergen die de vlakte omsloten.

    5 Dit beeld kon bijna doen denken aan een aards landschap, maar de bergen en het gras hadden de kleur van bloed. De zon brandde recht boven de vlakte. Het leek de halve hemel te vullen en vast te zitten aan de maan. Het sneed door de sterrenverlichte nacht die met zijn volle gewicht op me leek te drukken. Ik zag een duizeligmakende blauwe piek in het midden van de vlakte die geheel reikte tot aan de gigantische ster van de dag. Aan zijn basis was een grote houten constructie geplaatst. Ik besloot verder te gaan, om deze stenen vinger die naar boven wees te bereiken. Maar, toen ik halverwege was, begreep ik dat ik het niet kon bereiken.

    6 Want, rondom de blauwe piek, zich honderden mijlen uitstrekkend, vochten duizenden verdoemden als bezetenen. Ze ontbeerden zelfs het minste mededogen tegenover de ander. Ieder vond dit een goede gelegenheid om het vlees van zijn tegenstander te verscheuren. Wanneer de wapens en de vuisten niet meer genoeg waren, vochten zij met hun tanden. Dan, vanuit de gigantische veldslag, kwam een enorme stier naar me toe. Onder zijn bloeddoorlopen ogen, lekten vlammen uit zijn neusgaten. Het sprak tot me: ‘Ik ben Leviathan, Prins der Woede. Gabriel, Aartsengel van de Matiging, is mijn tegenhanger. Zij die zich hebben verloren in haat tegenover anderen, of zij die uit alle macht vechten tegen hun conditie, kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.


    Sypous



_________________
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Sainte Wilgeforte



Inscrit le: 17 Juil 2009
Messages: 6071

MessagePosté le: Mar Mar 09, 2010 6:08 pm    Sujet du message: Répondre en citant

Citation:




    Boek van de eclipse
    Hoofdstuk IV - « De Galerijen »


    1 Leviathan stampte toen op het bebloede gras met zijn voet, en een krater opende zich in de grond. Ik zag een stenen trap die afdaalde in het duister. Ik verzamelde mijn moed en daalde de trap af, terwijl de Prinsdemon terugkeerde naar het gevecht. Ik daalde de trap voorzichtig af, want er was geen licht dat mij hielp om te zien waar ik naartoe ging en de weg leek lang. Om mezelf te helpen liet ik mijn hand langs de muur glijden, en ik kon door deze aanraking voelen dat de trap simpelweg en grof uitgehakt was in de grond zelf.

    2 Ik beefde van angst toen mijn vingers een slijmerige iets raakten. De trap werd gehuld in een groene gloed. Ik keek naar de bron van mijn angst en zag vol walging dat er een gigantische aardworm in de muur rondkroop. Het straalde een gevoel van onwilligheid uit gelijk aan duizenden andere wezens die ook in de grond rondkropen. Er begon bij mij een beetje begrip te dagen van de werking van de maan, en ik vroeg mij af welke zonde op deze plaats werd bestraft. Ik vond mijn antwoord aan de bodem van de spiraalvormige trap, waar ik tien galerijen vond die waren uitgehakt in de grond, allen geplaagd door laaghartige, groene, kleine, beestjes.

    3 De Verdoemde kwam omhoog, wiens kwaad zich had verspreid in hun lichamen zodat zij anderen vingen en verslonden die zich in hun bereik bevonden. Ik werd overvallen door een gevoel van misselijkheid, toen een nieuwe galerij zich opende, amper groot genoeg om de grootste van de enorme wormen te laten passeren. Het sprak tot mij: ‘Ik ben Azazel, Prins der Hebzucht. Galadrielle, Aartsengel van Behoud is mijn tegenhanger. Zij die misbruik maken van de genoegens van de eerste behoeften, zij die geen grenzen kennen voor de hoeveelheid die zij nodig hebben voor hun voortbestaan, kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.’

    4 Toen voegde het toe: ‘Volg mij’. Het ging terug en groef zich een weg door de galerij. Ik volgde het voor vele mijlen, en het veranderde vaak van richting. De tunnel leidde uiteindelijk naar een grote houtopslag. Ik begreep dat het aan de voet lag van de stenen piek. Azazel, die wachtte nabij de uitgang, begon een nieuwe tunnel te graven. Ik keek rond en zag een soort heuvel. Eromheen lag een gat dat bodemloos leek.

    5 Maar er was wel een bodem ergens daar beneden, ver daarvan kwam een veelheid aan ruwe en scherpe houten staken omhoog tot bijna het niveau waarop ik stond. De Verdoemden werden erboven geplaatst. Zelfs rechtop, moesten zij zich zwaar inspannen om niet te vallen. Maar het vreemdste was dat ze elk in hun armen een schat hielden onvergelijkbaar in waarde en schoonheid. Zij klampten de zware kistjes met goud, grote zakken met onschatbare edelstenen, vast alsof hun leven ervan afhing.

    6 Soms, zorgde een beweging die niet helemaal goed werd uitgevoerd ervoor dat wat van de schat val. Zij die de fout maakten om te proberen hun schat te vangen vielen zonder uitzondering. A vale gele gloed vanaf het gat getuigde van de ontelbare schatten die waren gevallen, en vervloekten degenen die boven het gat stonden, van wie geen ook maar het kleinste deel van de schat wilde verliezen. Sommigen stonden er zonder twijfel al geruime tijd, aangezien hun benen hun spieren begonnen te verliezen. Maar ze dachten niet in het minst aan ontsnappen, vrezend dat dit ertoe zou leiden dat hun goud in het gat zou vallen.

    7 Toen zag ik dat er vanaf het plafond dat er aan een draadje, een gigantische spin van goud, met diamanten ogen afdaalde. Het liet zich vlak naast met zakken, en sprak tot me: ‘Ik ben Beelzebub, Prins der Inhaligheid, Georgie, Aartsengel van Vriendschap, is mijn tegenhanger. Zij wiens zelfzuchtigheid enkel wordt overtroffen door hun minachting voor anderen, kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.’ Daarna, zonder nog iets te zeggen, weefde de Demonprins een brug, en verbond daarmee een klein eilandje met de hoek van de houtopslagplaats.



    Sypous



_________________
Revenir en haut de page
Voir le profil de l'utilisateur Envoyer un message privé
Montrer les messages depuis:   
Poster un nouveau sujet   Ce sujet est verrouillé; vous ne pouvez pas éditer les messages ou faire de réponses.    L'Eglise Aristotelicienne Romaine The Roman and Aristotelic Church Index du Forum -> La Bibliothèque Romaine - The Roman Library - Die Römische Bibliothek - La Biblioteca Romana -> Le Dogme - The Dogma Toutes les heures sont au format GMT + 2 Heures
Page 1 sur 1

 
Sauter vers:  
Vous ne pouvez pas poster de nouveaux sujets dans ce forum
Vous ne pouvez pas répondre aux sujets dans ce forum
Vous ne pouvez pas éditer vos messages dans ce forum
Vous ne pouvez pas supprimer vos messages dans ce forum
Vous ne pouvez pas voter dans les sondages de ce forum


Powered by phpBB © 2001, 2005 phpBB Group
Traduction par : phpBB-fr.com